Samen voor betere toegang tot sport en cultuur
Vijf jaar Volwassenenfonds Sport & Cultuur was niet mogelijk geweest zonder de steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beleidsadviseurs Sietske de Weers en Shylin Bahrami kijken terug én vooruit. “Samenwerking is de sleutel voor succes.”
“De oprichting van Volwassenenfonds Sport & Cultuur is een van de mooie resultaten van het eerste landelijke sportakkoord,” vertelt Sietske, die vanuit VWS bij de start betrokken was. “De Alliantie Sport en Bewegen voor iedereen, een samenwerking van tien maatschappelijke organisaties, zette zich in voor de pijler inclusief sporten en bewegen. Vanuit onder andere Sportkracht 12 kwam het voorstel voor het Volwassenenfonds en de Alliantie heeft dat opgepakt. In de praktijk zagen we dat kinderen die via het Jeugdfonds konden sporten hiermee moesten stoppen zodra zij achttien werden, omdat alle financiële steun dan ophield. Je wilt dat sport en bewegen voor iedereen toegankelijk is, ook voor volwassenen. Vanuit VWS zijn we om deze reden achter dit voorstel gaan staan.”
Groeiend draagvlak
In het begin was dat niet heel makkelijk, herinnert Sietske zich. “Daarin was de samenwerking tussen de partijen in de Alliantie en VWS cruciaal. Samen hebben we de doelgroep afgebakend en het verhaal stevig onderbouwd. Daardoor kwam al snel toch het groene licht om het fonds bij de opstart te ondersteunen.” Van de eerste aarzeling is nu weinig meer te merken, ervaart ook Shylin, de huidige beleidsmedewerker. “Iedereen omarmt het nu. Het voelt vanzelfsprekend: als je kansengelijkheid wilt geven, dan moet je ook met de toegang tot sport en cultuur voor jeugd en volwassenen hetzelfde omgaan.”
Olievlek
In de eerste jaren kwam er vanuit VWS ook subsidie voor gemeenten om zich aan te sluiten. Sietske: “Een initiatief als dit heeft massa nodig. Als ergens tien gemeenten aan meedoen is het minder aantrekkelijk dan wanneer er honderd meedoen. Om het als een olievlek te laten verspreiden kwamen we gemeenten tegemoet in de kosten om op te starten.” Inmiddels zijn er ruim 110 gemeenten aangesloten. “Met de activiteiten van dit fonds wordt beoogd om de samenwerking met gemeenten en partners te versterken met het doel om de financiële drempel weg te nemen voor mensen die onder of rond het bestaansminimum leven. Het is daarom mooi om te zien dat steeds meer gemeenten de meerwaarde hiervan inzien.”
Belangrijke tool
Honderd procent landelijke dekking voor het Volwassenenfonds is nog steeds niet het doel van VWS, zegt Shylin. “VWS wil dat iedereen die dat wil toegang heeft tot sport en bewegen. We stimuleren gemeenten om dat te regelen. Werkt het goed bij een gemeente die een eigen regeling heeft, dan is dat prima. Maar voor gemeenten die het niet zelf willen of kunnen doen, die misschien kleiner zijn, ondersteuning willen en samen willen optrekken met andere gemeenten, kan het Volwassenenfonds een relevante tool zijn.”
Van elkaar leren
Dat samen optrekken ziet Shylin ook als een van de speerpunten voor de toekomst. “Volwassenenfonds en Jeugdfonds hebben contact met gemeenten en contact met de mensen waar het om gaat. Dat levert veel kennis op. Ze kunnen op basis van lokale informatie landelijke trends signaleren, en laten zien wat er goed werkt in een gemeente zodat andere gemeenten daarvan kunnen leren. Het doel is dat we die kennis en ervaring steeds verder kunnen verspreiden en benutten.‘’
Gezin centraal
Zo is ook in de praktijk te zien dat de samenwerking tussen Volwassenenfonds en Jeugdfonds meerwaarde heeft. Sietske: “Ze bedienen verschillende doelgroepen, en dat vraagt om communicatie op maat. Het Volwassenenfonds is bijvoorbeeld ook belangrijk om senioren te bereiken. Maar bij allebei is er ook focus op het gezin. Als kinderen sporten via het Jeugdfonds, raken ouders misschien ook geïnspireerd. “Of sportende ouders zijn een voorbeeld voor hun kinderen,” vult Shylin aan.
Ruimte in je hoofd
Het blijft lastiger om volwassenen te bereiken en overtuigen dan kinderen. “Daarom zijn de intermediairs zo belangrijk,” stelt Shylin. “De financiële drempel wegnemen is niet de heilige graal, niet het enige dat moet gebeuren. Vaak speelt er zoveel bij mensen, dat er helemaal geen ruimte in hun hoofd is om sport te overwegen. Dan is het belangrijk dat mensen van bijvoorbeeld welzijnsorganisaties meekijken: wat heb je nodig om wél die ruimte te voelen om te gaan sporten of bewegen? Intermediairs staan dichtbij de mensen en kunnen ook de angst voor ingewikkelde formulieren wegnemen.”
Samenwerking is sleutel
Dat het Volwassenenfonds een gezamenlijk initiatief was van meerdere partners is voor Sietske een belangrijke opbrengst. “We nemen deze ervaring ook mee in nieuwe projecten, we proberen vaak met meerdere partijen samen iets op te starten. Zo maken we de versnippering van initiatieven kleiner.” Shylin: “En je zorgt ervoor dat organisaties niet opnieuw het wiel gaan uitvinden. Het Volwassenenfonds is gebouwd op de succesvolle werkwijze van het Jeugdfonds en de uitvoering is belegd bij Sportkracht 12. Daardoor hebben we afgelopen jaren stappen kunnen zetten. Daar zie ik nog meer kansen in de toekomst: achter de schermen de krachten bundelen met meer organisaties, ook domein overstijgend. Via welk loket iemand wordt geholpen maakt niet uit, als het voor mensen die het nodig hebben maar makkelijk is om de ondersteuning te vinden.”